
MORGEN DE GASKRAAN DICHT?
In het magazine Haven & Offshore 2021 van Maritiem Media verscheen een interview van Claudia Langendoen met AYOP-directeur Sylvia Boer en Jacoba Bolderheij, directeur van Port of Den Helder over de toekomst van gas. Hieronder lees je het gehele artikel.
DAT LUKT NATUURLIJK NIET, ER IS NOG VOLOP TIJD NODIG
Morgen de gaskraan dichtdraaien en stoppen met fossiele brandstoffen kan gewoonweg niet. Er is tijd nodig om de energietransitie te volbrengen. En daarbij spelen de Nederlandse Noordzee en wind op zee een grotere rol dan we ooit hadden kunnen bedenken. ‘De Noordzee is cruciaal voor onze samenleving’, betogen directeur Sylvia Boer van Amsterdam IJmuiden Offshore Ports (AYOP) en ceo Jacoba Bolderheij van Port of Den Helder. Zij staan met hun organisaties voor mooie, maar grote uitdagingen. Actie is nú geboden, geven zij dan ook aan.
De ontwikkelingen in en bij de Nederlandse Noordzee laten zich niet in een notendop samenvatten. Daarvoor zijn er te veel initiatieven. Er liggen volop kansen op het gebied van wind op zee, de markt groeit enorm. De Europese Commissie stuurt aan op een vervijfvoudiging van de offshore windenergiecapaciteit in 2030. De huidige 357 MW opgesteld vermogen wordt aangevuld met ruim 7500 MW voor de deur van het Noordzeekanaalgebied. In totaal verrijst 11.500 MW op de Nederlandse Noordzee, goed om Nederlandse huishoudens en de industrie van groene stroom te voorzien. En er volgt nog veel meer.
De windparken Hollandse Kust Noord en Zuid zullen over twee jaar operationeel zijn. Het windpark Hollandse Kust West wordt naar verwachting eind dit jaar aanbesteed. Zo ook het windpark IJmuiden Ver tussen 2023 en 2025. Speciaal voor de realisatie wordt een nieuwe haven aangelegd, de Energiehaven. Ook in Den Helder wordt gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe kades en terreinen om de transitie te kunnen bedienen.
Er liggen in de Noordzee 150 olie- en gasplatforms, waarvan een groot deel het einde van de economische levensduur nadert. Bedrijven zijn samenwerkingen aangegaan om samen deze grote objecten te gaan ontmantelen en te recyclen. En dat is slechts een klein deel van de vele activiteiten. Er ligt immers ook nog zo’n 3500 kilometer aan pijpleidingen voor transport van gas tussen de platformen en de kust. Het grootste deel van de gaswinning op de Noordzee komt bij Den Helder aan land.
Volop ontwikkelingen in uw werkgebied in een toch al energieke periode, waarin de samenleving opkrabbelt na Covid. De offshore en havenindustrie zijn geraakt, hoe verloopt het herstel in uw havens?
Jacoba Bolderheij: “Het gaat goed. Na een moeilijke Covidperiode die ook nog eens gepaard ging met heel lage gasprijzen – iets wat we ons nu wellicht niet meer kunnen voorstellen – zien we de scheepsbewegingen weer aantrekken en is het lekker druk.’’
Sylvia Boer: ,,We hebben afgelopen periode een terugval in de overslag gezien, maar de plannen voor wind op zee zijn onverminderd doorgelopen. Energie is nu eenmaal een eerste levensbehoefte. De bestaande turbines draaiden door en de nieuwe windparken moeten tijdig opgeleverd worden.”
“REGELGEVING KAN SNELHEID INNOVATIES NIET ALTIJD BIJHOUDEN”
Jacoba Bolderheij: “Het is natuurlijk fantastisch dat er dit jaar nieuwe ambities zijn geformuleerd, waarbij voor 2030 mogelijk nog eens 10 GW extra aan wind op zee verschijnt. Waarvan dus een groot deel voor en boven de Noord-Hollandse kust!”
Over ambities gesproken: er is veel gaande. Dat is waardevol, maar vraagt uiteraard ook om inspanningen. Voor welke uitdagingen ziet u zich in Amsterdam-IJmuiden en Den Helder wat dat betreft gesteld?
Sylvia Boer: “De energietransitie vraagt om het tijdig op orde brengen van de infrastructuur. De wind op zee moet immers aan land komen en aangesloten worden op het net. Daarbij vraagt de energietransitie in beginsel alleen maar om meer ruimte en dat is een lastige puzzel en discussie waarmee we slim om moeten gaan. Elektrolyzers die nodig zijn voor het maken van waterstof zijn bijvoorbeeld behoorlijk omvangrijk. Maar ook windturbines, waarvan we een steeds hoger rendement willen, worden groter en nemen dus meer ruimte in beslag. Intussen worden wet- en regelgeving complexer en strenger wat betreft emissies en omgevingscontroles op CO2-uitstoot. En de regelgeving kan de snelheid van ondernemers en innovaties niet altijd bijhouden, waardoor die achter marktontwikkelingen aanloopt. Regelgeving moet snel schakelen, anders worden innovaties geremd. Flexibiliteit en snelheid zijn noodzakelijk voor de voortgang van de energietransitie.”
Jacoba Bolderheij: “En op welke manier komt de energie aan land? Via elektronen, moleculen, wie zal het zeggen. Naast elektrolyzers voor het omzetten van elektriciteit naar waterstof, kan het ook gaan om ruimte voor transformatie/conversiestations. Hoe gaan we dat in de provincie organiseren, hoe kunnen de regio’s van Noord-Holland elkaar daarbij versterken? Kan de Kop van Noord-Holland ruimte bieden die het Noordzeekanaalgebied ontbeert?”
Talrijke ontwikkelingen en vraagstukken die vragen om antwoorden, terwijl haast geboden is. De roep om alternatieve brandstoffen is immers groot. Voelt u die druk?
Sylvia Boer: “We hebben natuurlijk wel tijd nodig om de energietransitie te kunnen maken. Morgen de gaskraan dichtdraaien en stoppen met fossiele brandstoffen kan gewoonweg niet. Daarvoor consumeren we met elkaar teveel en verbruiken we teveel energie. Daar kunnen we op korte termijn onvoldoende groene stroom tegenover zetten.”
Wat is ervoor nodig om alle omslagen te kunnen maken?
Jacoba Bolderheij: “Onder andere samenwerking. De energietransitie gaat ons heel veel kansen bieden voor groei, de initiatieven zijn er, de markt staat klaar. Maar zij kan dat in deze transitiefase natuurlijk niet alleen! Daar moet een nieuw kabinet dus zeker mee aan de slag. Het moet immers allemaal wel gebeuren. Willen we als samenleving de klimaatdoelstellingen behalen, dan is het nu echt op alle fronten alle hens aan dek! Ook is durf nodig. Durf beslissingen te nemen, durf innovaties te omarmen, ook als er geen honderd procent zekerheid is dat het werkt. In het belang van het klimaat hebben we de luxe niet meer om nog jaren te broeden.”
Sylvia Boer: “Essentieel daarbij is de samenwerking binnen de gouden driehoek van overheid, kennis- en onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. Je hebt een benadering nodig vanuit verschillende invalshoeken, waaronder techniek, de markt, maatschappij, ecologie, ruimtelijke planning en regelgeving. Een integrale aanpak is nodig om het offshore energiepotentieel optimaal te kunnen benutten. Het belang van de Noordzee is namelijk vele malen groter dan we ooit hadden kunnen bedenken. De Noordzee is cruciaal voor onze samenleving en de impact hiervan op het land is enorm.”
U werkt als havens onderling veel samen. Onder meer in Hydroports, het samenwerkingsverband tussen Port of Amsterdam, Port of Den Helder en Groningen Seaports, dat gericht is op het optimaliseren van de infrastructuur voor de waterstofeconomie. Hoe kijkt u vanuit deze samenwerking naar de ambitie van de Europese Commissie om de CO2-uitstoot in 2030 met 55 procent te hebben verminderd. In hoeverre draagt Hydroports hieraan bij?
Sylvia Boer: “In het Fit for 55-pakket (waarmee de Europese Commissie deze doelstelling wil realiseren, red.) zit een verplichting voor havens om renewable brandstoffen aan te bieden. Daar waren we dus al mee bezig. Je zou Fit for 55 kunnen zien als een target om naartoe te werken. Hydroports beoogt in de samenwerking tussen de zeehavens de verschillende waterstofinitiatieven aan elkaar te knopen en de infrastructuurbehoefte te koppelen.”
Er zijn legio plannen en projecten. Welke initiatieven zijn in het bijzonder noemenswaardig?
Sylvia Boer: “Er lopen in Amsterdam-IJmuiden diverse projecten voor de productie van waterstof, in- en export en de infrastructuur. Denk aan tankstations om de mobiliteit te stimuleren. Het eerste waterstofschip, de Hydrocat, is zelfs al besteld: een hybride Crew Transfer Vessel voor Windcat Workboats.”
Jacoba Bolderheij: “De problematiek van Tata Steel (dat een grote CO2-uitstoot veroorzaakt, red.) is helder. Het zal niemand verbazen dat iedereen hard werkt aan een oplossing. Groene waterstof is de toekomst waar we naartoe werken. Als overbrugging werken we in Den Helder aan een blauwe waterstoffabriek, om vooruitlopend op groene waterstof alvast waterstof te maken van gas dat nu al via Den Helder aan land komt. De CO2 vangen we af en brengen we naar zee via bestaande leidingen en slaan we op in lege gasvelden. De schone waterstof kan zo naar de industriële clusters worden gebracht. Zo mogelijk ook naar Tata. De fabriek in Den Helder kan tussen de 500 en 550 ton waterstof per dag produceren, waarmee we 25 procent van de jaarlijkse productie van industriële waterstof voor onze rekening kunnen nemen. Het effect is 2 megaton CO2-reductie per jaar, wat neerkomt op maar liefst 14 procent van de jaarlijkse industriële opgave voor 2030. Het zou toch mooi zijn als we die initiatieven in deze provincie en in onze havens aan elkaar kunnen koppelen.”
Hoelang verwacht u nog dat het duurt voordat waterstof ‘in overvloed’ beschikbaar zal zijn?
Jacoba Bolderheij: “Dat gaat nog wel een tijdje duren. Hoewel er anderzijds zó veel initiatieven, ideeën en onderzoeken naar de productie van groene waterstof op zee zijn dat het ook zomaar heel snel kan gaan. Ook daarin zal de overheid een rol moeten pakken.”
Sylvia Boer: “Het verduurzamen van elektriciteit stelt ons voor een enorme opgave. Neem de sluiting van de Hemwegkolencentrale. We moeten de elektriciteit die hiervandaan komt natuurlijk wel elders opwekken. En voor het maken van waterstof hebben we heel veel wind op zee nodig. Dat vraagt wel eerst om 10 GW extra die nog op zee geïnstalleerd gaat worden voor 2030. Bovendien hebben we elektriciteit vandaag en morgen nodig. Die vraag neemt dus snel toe, zeker met het elektrificeren van de industrie. En er is al congestie op het net. Dus ja, ook ik denk dat waterstof nog wel even nodig heeft.”
Jacoba Bolderheij: “Intussen werken we hard aan de verdere verduurzaming, ook langs de groene waterstofweg. Zo werken we in Den Helder onder meer aan waterstofbunkerstations, zowel in de zeehaven als de binnenhaven. En we onderzoeken de mogelijkheid voor een waterstof-walstroomgenerator in de zeehaven. Initiatieven die worden ondersteund door subsidieverstrekkers als RVO en het Waddenfonds.”
En als we verder kijken: hoe zouden de havens van de toekomst eruit kunnen zien, in zeg pakweg 2050? Biedt u eens een inkijkje.
Sylvia Boer: “Er staan dan maar liefst vijfentwintig keer zoveel windturbines in de Europese wateren als nu. Dat stelt de offshore windenergie voor uitdagingen en kansen die groter zijn dan ooit.”
Jacoba Bolderheij: “Er varen tegen die tijd ook nog steeds schepen, er vliegen nog steeds heli’s en er is nog steeds onderhoud nodig. Het haven-maritieme bedrijfsleven in de Noord-Hollandse havens is superdruk met alles wat er op zee gebeurt. Er staat dan immers een onvoorstelbare hoeveelheid windturbines op zee. Ook zijn er nog gasinstallaties die gas produceren, maar sommigen zijn omgeturnd in productieplatforms voor wind of H2 of…”
“Ook liggen er eilanden voor de kust ten behoeve van de windsector en waterstofproductie op zee en ook die eilanden moeten weer voorzien worden van mensen en materieel. Tegelijkertijd leven we dan in een tijd waarin drones gemeengoed zijn. Net als wellicht onbemand varen en onderhoud op afstand. We zullen zien dat de logistiek rond al die activiteiten veel meer geïntegreerd zal zijn ten behoeve van kostenefficiency. Port of Den Helder onderzoekt momenteel samen met TNO hoe deze nieuwe logistieke technieken en innovaties kunnen worden samengebracht.”
“SMART SHIPPING IS IN 2050 BUSINESS AS USUAL”
Sylvia Boer: “Digitalisering zal een grote rol blijven spelen in de verduurzaming. Denk aan remote monitoring voor het omlaag brengen van het energieverbruik, maar ook slim onderhoud. Robotisering zal een rol van betekenis spelen, wat de krappe arbeidsmarkt ten goede kan komen. Als gevolg van digitalisering en robotisering zullen nieuwe typen banen gaan ontstaan. En we zullen dan allemaal gebruikmaken van duurzame brandstoffen en van efficiëntere vormen van transport, dankzij de digitalisering. Daardoor zullen containers op schepen en vrachtwagens niet meer leeg of halfvol vervoerd worden. Het begrip smart shipping zal dan business as usual zijn.”
Jacoba Bolderheij: “In 2030 zullen we al zien dat de zeehavens veel meer geïntegreerd werken. In 2050 weten we niet beter. Immers, de opgave is enorm en de activiteiten die eraan zitten te komen, zijn nauwelijks te bevatten. In 2050 is de Energiehaven in IJmuiden een feit. In Den Helder zijn nieuwe kades aangelegd en is de zeehaven uitgebreid met een flink areaal aan werkruimte. Beide havens zijn volcontinu bezig met het bedienen, verzorgen en onderhouden van alles wat er op de Noordzee in de afgelopen decennia is opgebouwd en in bedrijf is.”
En aan u beiden de taak om in aanloop hiernaartoe aan dit alles vanuit Amsterdam-IJmuiden en Den Helder sturing te geven. Oftewel: twee sterke vrouwen op topposities in de haven- en offshorewereld. Of mag dit niet meer op deze manier worden gezegd? Sterker: is het überhaupt nog een issue? Bestaat de vroegere mannenwereld eigenlijk nog wel in de haven en offshore en in de maritieme sector in het algemeen?
Jacoba Bolderheij: “Jawel, diversiteit is zoals in meerdere sectoren nog steeds een vraagstuk; er is onvoldoende verscheidenheid in de bestuurskamer. Maar wat mij betreft heeft deze sector een veel grotere zorg, namelijk op de werkvloer. Er ontstaan komende decennia tienduizenden vacatures op technisch gebied, terwijl van één miljoen leerlingen slechts 2,5 procent een technisch gerelateerde opleiding kiest. Daarvan kiest maar een klein percentage vervolgens voor de maritieme sector of offshore. Dat is een probleem voor de sector in zijn algemeenheid, los van gender. Laten we dat probleem oplossen, zou ik zeggen, daarbij hebben we álle jeugd nodig.”
“De onderwijsinstellingen zullen met het bedrijfsleven in Noord-Holland aan de bak moeten om de vraag naar technisch personeel aan te laten haken bij het aanbod. Daartoe zouden wat mij betreft in samenwerking met hbo’s en roc’s bedrijfsscholen moeten worden opgezet en concepten als studieloon moeten worden onderzocht. Daar ligt een kans voor deze regio. Jongeren in de omgeving van havens als IJmuiden en Den Helder zijn bekend met en gewend aan de zee. Hopelijk kunnen zij worden verleid een opleiding in deze sector te kiezen.”
Sylvia Boer: “Dat is nodig. Want voor de energietransitie zijn allerlei nieuwe oplossingen vereist. We moeten als sector innoveren en dat lukt het beste in teams die divers zijn samengesteld. Met mensen van niet alleen verschillende sekse, maar ook verschillende etniciteit en van verschillende leeftijden. Van dronevliegers en IT’ers tot monteurs die met overall en helm per heli naar hun werk gaan en projectmanagers: we zullen onze pool van talent moeten verbreden, want zonder al deze mensen gaan we de energietransitie niet realiseren en kunnen we onze windmolens op zee niet draaiende houden.”